Samen stad aan het water

Artikelen

Ruimtelijk kader voor de Drechtsteden (2005) >

Masterplan Koninginneweg >

Samenwerken aan de Volgerlanden >

Samenwerken aan De Volgerlanden (2) >

Ruimtelijk kader voor de Drechtsteden (2005)

23 juni 2005

Dit voorjaar zijn er diverse bijeenkomsten geweest over de herijking van de ruimtelijke structuurvisie Drechtsteden. Soms betekende dit brainstormen met de inwoners van Zwijndrecht, een andere keer als raadsleden van Zwijndrecht met elkaar of met raadsleden in regioverband. Henk Pasveer sprak op de Drechtraad namens de raad van Zwijndrecht. Onze fractie maakte voor zichzelf de balans op.

Onze fractie waardeert het dat de nota “Ruimte geven” alleen die beleidskaders aangeeft die nodig zijn om de Regio Drechtsteden op de kaart te zetten. Het gezamenlijke belang van de Drechtsteden-gemeenten staat hierbij voorop. Recht wordt gedaan aan de rol van de gemeenten, die zelf richting geven aan de uitwerking van de afspraken in specifieke projecten.

In de discussie in de raad van Zwijndrecht ligt het zwaartepunt op de specifieke zwijndrechtse belangen. Daarbij zal niet alleen het uitgangspunt moeten zijn “Wat kan de regio voor Zwijndrecht betekenen?” maar ook “Wat kan Zwijndrecht voor de regio betekenen”.

Op hoofdlijnen kunnen we instemmen met de nota “Ruimte Geven”. Wel willen we in de kantlijn enkele opmerkingen plaatsen, waaruit de insteek van onze fractie blijkt.

Bereikbaarheid, mobiliteit en voorzieningen

Voor de regio is bereikbaarheid een van de kernthema’s. De bereikbaar van woonwijken, bedrijven en voorzieningen dient optimaal te zijn. De situering van functies en de vestigingsmogelijkheden zijn hiervan afhankelijk. Tegelijkertijd moet het onze opdracht zijn vervuilende mobiliteit terug te dringen. Dat kan door voorzieningen en bedrijven zo dicht mogelijk bij de inwonersdoelgroep te realiseren. Er moet daarom onderscheid gemaakt worden tussen voorzieningen voor de hele regio, de gemeenten, de wijken en de buurten. Voorzieningen voor de hele regio zullen voor een groot deel in de centrum-gemeente Dordrecht worden gerealiseerd. Maar dat is geen automatische.

Het gebruik van milieuvriendelijke vervoersvormen - zoals de Stedenbaan, de HOV-D, de waterbus, de fast-ferry, maar ook de fiets - dienen te worden gestimuleerd en de benodigde infrastructuur moet worden gerealiseerd. Ook bij de aanschaf van vervoersmiddelen dient milieuvriendelijkheid richtinggevend te zijn. De kwaliteit van het leef- en woonmilieu is hierbij gebaat. Het verbeteren van de milieukwaliteit en het voldoen aan de vigerende regelgeving zal ook in toenemende mate bepalend zijn of we de noodzakelijke projecten kunnen realiseren.

Werkgelegenheid

Het vestigen van bedrijven binnen de Drechtsteden en het bevorderen van de werkgelegenheid krijgen veel aandacht in de nota. Ook hier pleiten we er voor bewust met het milieu om te gaan. Benutten van de milieuruimte die aanwezig is leidt tot optimaal ruimtegebruik. Als bestaande milieuruimte conflicteert met woonfuncties, zal er op ingezet moeten worden milieuhinder terug te dringen. Aan bedrijven moeten daarom hoge milieueisen worden gesteld. Het concept Shipping Valley kan bijdragen aan meer werkgelegenheid en terugdringen van milieuhinder. Vestiging van overslagmogelijkheden voor de binnenscheepvaart zal leiden tot vermindering van vervoersstromen over de weg en per spoor. De realisatie van meer ligplaatsen ligt voor de hand, evenals de vestiging van scheepvaart-gerelateerde bedrijven. De kwaliteiten van de Drechtsteden “samen stad aan het water” kunnen zo optimaal worden benut. Op andere plaatsen kunnen milieuvriendelijke bedrijven en kantoren een plek krijgen. De veiligheid van werknemers en omwonenden moet steeds maximaal aandacht krijgen en gewaarborgd worden.

Herstructurering van bedrijventerreinen heeft onze voorkeur boven aanwijzing van nieuwe bedrijventerreinen. Het is echter zaak het juiste moment te kiezen voor herstructurering. Herstructurering is niet alleen een taak van de overheid, maar zeker ook van de gevestigde bedrijven. Of wel niet alleen de kosten voor de overheid en de hoofdprijs voor de bedrijven, maar gezamenlijk optrekken. Wanneer er ruimte bij de Drechttunnel vrijkomt, kan wat ons betreft een functiewijziging plaatsvinden door die ruimte te benutten voor wonen aan het water.

Buitengebied

In Zwijndrecht is stevig gediscussieerd over het buitengebied tussen Zwijndrecht en Heerjansdam. De nota “Ruimte geven” kiest voor een mix van groen, blauw en rood. Zwijndrecht zal daar vervolgens zelf invulling aan moeten geven. Onze fractie kiest nadrukkelijk voor een groen / blauwe invulling van dit interstedelijke parkgebied. Voor het wonen in de gemeente Zwijndrecht achten wij het van belang dat er in de nabijheid ruimte is voor rust en recreëren. Wij willen voorkomen dat de nu al aaneengesloten woongebieden van Drechtsteden en de regio Rotterdam aan elkaar groeien. Het behoud van het dorpse karakter is voor onze fractie essentieel. Die hoofdlijn vinden we overigens ook terug in de reactie van de Heerjansdamse dorpsraad.

Onze fractie wil ruimte bieden voor agrarische bedrijven, natuur, recreatie en waterberging met alleen bijbehorende bebouwing. Wij pleiten er voor dit ook in een bestemmingsplanherziening vast te leggen. Onder strikte voorwaarden willen we in het bestemmingsplan nieuwe bebouwing, waaronder landgoed wonen, niet uitsluiten. Maar alleen onder de voorwaarde dat de hoeveelheid bestaande bebouwing niet toeneemt en dat nieuwbouw functioneel en financieel bijdraagt aan de gewenste planontwikkeling. De gemeente moet flexibel kunnen opereren, maar altijd de regie op de hoofddoelstelling kunnen houden. Zwijndrecht zal aanvullend op bestaande plannen hierop beleid moeten formuleren. Wij kunnen ons ook voorstellen dat het inpakken van de HSL en van volkstuinen vorm krijgt in deze plannen. We gaan uit van het nut van de volkstuinen voor groepen inwoners van onze gemeente. Verrommeling moet echter worden tegengegaan door adequate plannen en handhaving. Agro/ecoparken zouden wij graag gevestigd zien op het bedrijventerrein Kijfhoek-Noord. Financieel denken we aan een nagenoeg budgettair neutrale operatie.

Wij kiezen dus ook voor het realiseren van ons hoogwaardige woningbouwopgave binnen de huidige bebouwde kom waar mogelijk door verdichting en door herstructurering.

Wij denken dat de Drechtstedengemeenten met het vaststellen van de nota “Ruimte Geven” en met de door ons genoemde accenten over goede kaders beschikt voor een duurzaam samenleven.

Gerrit Jan Voerman

(terug naar overzicht artikelen)

Masterplan Koninginneweg

23 november 2010

Het Masterplan Koninginneweg is door de gemeenteraad op 23 november 2010 vastgesteld. De ChristenUnie-SGP stemde in met het masterplan en het beschikbaar stellen van de benodigde kredieten.

Tijdens de carrousselvergadering op 26 oktober vertelde Gerrit Jan Voerman (namens de raadsfractie) dat hij content is met het Masterplan Koninginneweg. In het masterplan Koninginneweg worden vrij abstracte beleidsvoornemens, die de gemeenteraad eerder vaststelde in het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP), het Gemeentelijk Groenstructuurplan en over een Hoogwaardig Openbaar Vervoer Drechtsteden (HOV-D), uitgewerkt. Het masterplan geeft randvoorwaarden voor de herinrichting van de Koninginneweg en voor sloop en nieuwbouw van aangrenzende bebouwing.

Kansen en betaalbaarheid

Voor het project Koninginneweg worden grote subsidiebedragen beschikbaar gesteld door de provincie en de regio. Deze subsidies zijn bedoeld om de grootste knelpunten voor de HOV-D op te lossen. Voor de realisatie van de HOV-D is verbreding van het profiel van de Koninginneweg noodzakelijk. De HOV-D is een groot regionaal project, dat is gestart om het openbaar vervoer in de regio te verbeteren. Op andere locaties is al met de realisatie begonnen. Subsidies kunnen daarom nu beschikbaar komen en vrijwel zeker niet meer op een later moment.

Verreweg het grootste gedeelte van de gemeentelijke kosten voor het project Koninginneweg wordt bekostigd met de genoemde subsidies. Het plan Koninginneweg kan nu worden gerealiseerd door financiële middelen en verschillende (bouw)plannen slim te combineren en ingrepen gelijktijdig uit te voeren. Door uitvoering van het plan zal bijvoorbeeld onderhoud aan de Koninginneweg voorlopig niet meer aan de orde zijn. Door nu te kiezen voor uitvoering van het plan Koninginneweg, kost het de gemeente (dus ook de Zwijndrechtse burger) relatief weinig geld. Het project levert daarnaast veel noodzakelijke werkgelegenheid op.

Tuinstad

Door uitvoering van het masterplan - samen met andere overheden, de woningcorporaties Trivire, Forta en Kanters - wordt een stevige impuls gegeven aan de tuinstadgedachte. We krijgen een aantrekkelijke Koninginneweg met nieuwe woningen (die voldoen aan de technische eisen van deze tijd en goed in de markt liggen), een aantrekkelijke en groene woonomgeving en beter openbaar vervoer. De impact van dit plan op het wonen in hele gemeente zal groot zijn omdat de Koninginneweg een beeldbepalende weg is en ook zal blijven.

HOV-D en verkeer

Ten aanzien van de HOV-D worden nut en noodzaak in het masterplan verder onderbouwd. Alleen wanneer het openbaar vervoer een goed alternatief is voor het autogebruik zullen meer burgers hiervoor kiezen. Toename van het autogebruik en autobezit bezit zal alleen maar leiden tot meer fileleed, meer luchtvervuiling, meer geluidsoverlast en minder groen in de wijken. Het plan van de HOV-D Koninginneweg is onderdeel van een regionale aanpak en sluit aan op bovenregionale maatregelen om het openbaar vervoer te verbeteren. Door de aanleg van vrije busbanen verloopt het openbaar vervoer sneller en betrouwbaarder. Ook de aansluiting met het spoorwegverkeer moet goed zijn. In dit kader is te melden dat er plannen zijn voor een stedenbaan, dat wil zeggen dat stoptreinen met een hoge frequentie ook Zwijndrecht aandoen. We menen dat de HOVD een belangrijke schakel is in het verbeteren van het totale openbaar vervoer in de Drechtsteden. Met het oog op de toekomst is dit een goede investering.

Wij denken dat het autoverkeer door de HOV-D niet zal afnemen, maar wel minder zal toenemen. De realisatie van veel nieuwbouwplannen (o.a. de Volgerlanden) zorgen voor meer verkeer. Over de Koninginneweg zal veel verkeer blijven rijden (In de Second Opinion Ringdijk, oktober 2008, wordt gesteld dat de “afsluiting” van de Laan van Walburg in de huidige plannen niet fysiek wordt uitgevoerd, maar de weg wordt bij herinrichting minder aantrekkelijk gemaakt voor het doorgaande verkeer). Wij willen bevorderen dat meer verkeer de ringwegen zal gebruiken. Ook hier moeten ingrepen plaatsvinden om te zorgen dat deze wegen het verkeer gemakkelijk aankunnen.

Het plan voor de Ringdijk heeft een directe relatie met de Koninginneweg, omdat een deel van de toename van het verkeer via de Ringdijk moet worden afgewikkeld. Dit is vastgelegd in het vastgestelde Gemeentelijk Verkeers- en VervoersPlan (en de Second Opinion Ringdijk). De capaciteit van de Ringdijk is mede afhankelijk van de oplossingen voor voetgangers en fietsers. De weg zelf kan op zich meer verkeer aan. De recent voorgestelde uitwerking van het plan Ringdijk is echter wat ons betreft van onvoldoende kwaliteit. Het college heeft de besluitvorming over de uitwerking daarom (terecht) uitgesteld.

Kanttekeningen bij het masterplan

De fractie zet wel enige kanttekeningen bij het plan voor de onderdelen Passage, de Koningshof en de bruggetjes in de vijver bij de Lichtkring.

In het geldende detailshandelsbeleid wordt gekozen voor het in stand houden en waar mogelijk uitbreiden van Winkelcentra Walburg en Noord. De Passage lijkt hier wat overbodig tussen te liggen. In het oorspronkelijke vooroorlogse structuurplan voor Zwijndrecht heeft stedenbouwkundige Verhagen een ononderbroken groenzone bedacht van de Bootjessteeg tot aan het gemeentehuis. De groene hoofdstructuur van Zwijndrecht is gerealiseerd, maar is later ter plaatse van de Passage (ongetwijfeld uit noodzaak) onderbroken. De Passage is vandaag een hard gegeven. Een winkelcentrum, waarin door particulieren is geïnvesteerd en waar hard werkende ondernemers hun brood verdienen, kun je niet zo maar van de kaart vegen. Het bestaansrecht van de Passage heeft steeds gelegen in de bijzondere specialistische winkels. Wij vinden dat burgemeester en wethouders samen met de eigenaren van de Passage moeten werken aan redelijke, betaalbare en toekomstbestendige alternatieven. De nadruk moet komen te liggen op verbetering van het winkelcentrum. Als het mogelijk is gelijkertijd recht te aan groenstructuur van de gemeente, zoals deze oorspronkelijk was bedoeld, zou onze fractie dat zeer op prijs stellen.

In december 2007 pleitte onze fractie in de raad om vooraf duidelijkheid te geven over de bouwhoogte op de Koningshoflocatie. Een accent ja, maar een plan met 18 woonlagen vinden we ongewenst en ook niet passen bij de tuinstadgedachte. De raad ging niet verder dan een accent hoger dan 4 a 5 lagen toe te staan. The sky is the limit. Nu wijzen ook insprekers op de bouwhoogte. De raad moet hierover op enig moment een uitspraak doen. Bedacht moet worden dat de woningmarkt, zeker voor appartementen, de afgelopen jaren sterk is veranderd. Appartementen die hier worden gerealiseerd, kunnen door een beperkte vraag niet op andere plekken, waar ze wellicht meer gewenst zijn, worden gebouwd. Het plan moet zelf zorgen voor de nodige parkeergelegenheid en er moet rekening worden gehouden met bestaande omliggende bebouwing. Wij zien hier problemen. Wij pleiten er voor om in overleg met betrokken partijen de invulling van deze locatie nog eens goed tegen het licht te houden. Tijdens een carrousselvergadering blijkt een meerderheid van de raad voorstander van bebouwing lager dan 18 bouwlagen. Hoe hoog mag het dan wel? Deze vraag wordt niet eenduidig beantwoord. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan zal dit onderwerp ongetwijfeld opnieuw aan de orde komen.

De bruggetjes in de vijver bij de Lichtkring vallen buiten het gevraagde krediet. Hierover valt pas later een besluit. Wat ons betreft kunnen deze bruggetjes, waar veel omwonenden bezwaar tegen hebben, wel vervallen.

Gerrit Jan Voerman

(terug naar overzicht artikelen)

Samenwerken aan de Volgerlanden

29 maart 2011

Sinds 1996 werken Hendrik-Ido-Ambacht en Zwijndrecht samen aan de realisatie van De Volgerlanden. De kredietcrisis zette de samenwerking onder druk. Ingrijpende maatregelen en nieuwe afspraken zijn echt noodzakelijk.

Sinds 1996 werken de gemeenten Hendrik-Ido-Ambacht en Zwijndrecht samen aan de realisatie van de uitbreidingswijk De Volgerlanden. Deze wijk ligt geheel op het grondgebied van Hendrik-Ido-Ambacht, maar grenst aan Zwijndrecht. In deze woonwijk worden sociale woningen voor de regio gebouwd. Dat betekent voor Zwijndrecht dat zij zelf meer duurdere woningen kan bouwen, terwijl er voor mensen met een smallere beurs net over de gemeentegrens toch goede woningen beschikbaar zijn.

De samenwerking is gestart in een tijd met goede vooruitzichten. Hoewel projectontwikkeling altijd risico’s mee zich meebrengt, was de verwachting dat de grondexploitatie van De Volgerlanden tenminste budgettair neutraal (saldo €0, toen nog guldens) uit zou komen. Alle aanpassingen aan de infrastructuur rond het plan zouden uit de opbrengsten betaald kunnen worden.

Al snel moest het plan worden aangepast door de komst van de Betuwelijn, die nu - weliswaar onder de grond - het plan doorsnijdt. Boven de Betuwelijn is het Sophiapark aangelegd. Door berichten over laagfrequent geluid vanwege de Betuwelijn en door gewijzigde wetgeving over luchtkwaliteit heeft het plan in een markttechnisch gunstige periode vertraging opgelopen. Daarnaast is de grond op veel plaatsen erger en sneller gezakt dan voorzien. Deze schade kan alleen worden hersteld tegen aanzienlijke kosten. De tekorten op de grondexploitatie liepen hierdoor op. Desondanks bleef de ambitie om een hoge kwaliteit te leveren in De Volgerlanden gehandhaafd. In 2006 is de afspraak gemaakt het tekort op de grondexploitatie terug te brengen tot 5 miljoen euro. Dit was geen eenzijdige afspraak voor Zwijndrecht alleen, maar een afspraak voor het project van beide gemeenten (onder handhaving van de oorspronkelijke overeenkomst inclusief de 50-50 bepaling in verband met risico’s). Overigens was hiermee niet bepaald dat het tekort nooit boven de 5 miljoen zou mogen uitkomen. De mogelijkheid dat dit zou gebeuren werd genoemd onder verwijzing naar een aantal (externe) oorzaken. Als iemand op dat moment bedacht had dat er een mogelijkheid was van een economische- / woningmarkt- / bankwereldcrisis zou die zeker ook genoemd zijn!

De kredietcrisis betekende opnieuw een flinke tegenvaller. Het berekende saldo van de grondexploitatie dook met enkele miljoenen naar beneden, terwijl de risico’s toenamen. Ingrijpende maatregelen en nieuwe afspraken tussen Zwijndrecht en Hendrik-Ido-Ambacht waren echt noodzakelijk.

Tussen beide gemeenten is langdurig en zwaar onderhandeld over nieuwe voorwaarden voor samenwerking. Voor Zwijndrecht nam onze wethouder Kamsteeg het voortouw. Alle toekomstige aanpassingen voor de infrastructuur buiten De Volgerlanden neemt Hendrik-Ido-Ambacht nu voor haar rekening. Het gaat om een bedrag van zo’n 10 miljoen euro. Door te bezuinigen op het plan, waarbij een goede kwaliteit tegen redelijke kosten worden afgewogen, is er nu een grondexploitatie die opnieuw budgettair neutraal is. De inzet van beide gemeenten is hierop gezamenlijk te blijven sturen. Desondanks blijven de risico’s onverminderd hoog. Daarom is een nieuwe verdeling van een onverhoopt negatief saldo in de grondexploitatie afgesproken: 50%-50% tot €20 miljoen en 2/3 HIA - 1/3 Zwijndrecht voor het meerdere tekort.

Alle fracties in de gemeenteraad van Zwijndrecht hikken aan tegen de hoge risico’s. Wel moet worden gewezen op de inspanningen van Hendrik-Ido-Ambacht. De nog te maken kosten voor aanpassing van de infrastructuur buiten De Volgerlanden zullen buiten beeld blijven. De opbrengsten uit belastingen en de bijdrage uit het gemeentefonds komen ten gunste van Hendrik-Ido-Ambacht. Hierbij moet natuurlijk wel bedacht worden dat de kosten voor de nieuwe inwoners van De Volgerlanden ook voor hun rekening komen. Verder zullen de onderhoudskosten voor de openbare ruimte in De Volgerlanden de komende jaren naar verwachting relatief laag zijn: alles is immers net nieuw aangelegd. Daar tegenover staat dat Hendrik-Ido-Ambacht de exploitatie direct na oplevering van de bouwfasen voor haar rekening neemt.

In het algemeen geldt dat projectontwikkeling altijd een risicovolle aangelegenheid is. De verwachting bij aanvang van het project dat de grondexploitatie tenminste op nul zou eindigen doet daaraan niet af. Zwijndrecht heeft overwogen uit te treden uit de samenwerking. Dat betekent echter dat niet alleen het fors negatieve saldo van de laatst vastgestelde grondexploitatie moet worden afgerekend, maar ook dat Zwijndrecht de gecalculeerde risico’s (waaronder marktrisico’s) moet afkopen. Dit zou dan gebeuren onder de (vanwege de kredietcrisis) slechte condities van 2011. Dit lijkt geen reële optie.

De mening van de ChristenUnie-SGP fractie is dat beide gemeente verplichtingen met elkaar zijn aangegaan. Beide gemeenten hebben belang bij de realisatie van De Volgerlanden. Nu het veel minder gaat met de economie en de risico’s toenemen kunnen we niet de andere gemeente met de risico’s laten zitten, gesteld dat dit al mogelijk zou zijn (wat niet het geval is). Achteraf gezien was het misschien (uit financieel oogpunt) beter geweest niet mee te doen in De Volgerlanden, ondanks de voordelen dat beide gemeenten als resultaat van deze inspanning op een goede en harmonische wijze aan elkaar zijn gegroeid. Van groot belang is dat beide gemeenten nu meer dan ooit oog hebben gekregen voor elkaars belangen en samen verantwoordelijk willen zijn voor het halen van een goed kwalitatief en financieel resultaat. Hierover zijn nieuwe werkafspraken vastgelegd.

Op 29 maart 2011 hebben wij tijdens het debat in de gemeenteraad aangegeven te kunnen instemmen met de grondexploitatie De Volgerlanden 2011 en de overeenkomst tot voortzetting van de samenwerking. Enkele andere fracties vinden dat het onderhandelingsresultaat niet voordelig genoeg is of dat de risico’s te groot blijven. Zij willen dat het college opnieuw gaat onderhandelen. Nog weer andere fracties konden geen definitief oordeel geven. Om deze reden is de besluitvorming in de gemeenteraad drie weken uitgesteld.

Gerrit Jan Voerman

(terug naar overzicht artikelen)

Samenwerken aan De Volgerlanden (2)

De ChristenUnie-SGP fractie heeft de door ABZ ingediende motie over De Volgerlanden van harte ondersteund. In de motie staat het streven centraal om tenminste op een niet negatieve grondexploitatie uit te komen.

Op 19 april 2011 is het debat over het plan De Volgerlanden in de gemeenteraad voortgezet. In het vorige artikel meldde ik de overwegingen van de ChristenUnie-SGP fractie. Fred Loos (ABZ) diende op 19 april een door nagenoeg alle fracties ondertekende motie in. Wij hebben deze motie, waarvan u de tekst hieronder integraal aantreft, van harte ondersteund. De motie werd overigens unaniem door de gemeenteraad aangenomen.

Wij kunnen ons zeer goed vinden in de inhoud van de motie. In lijn met eerdere bijdragen van de fractie staat in de motie het streven centraal om tenminste op een niet negatieve grondexploitatie uit te komen. In 2006 zijn we schoorvoetend en onder geheel andere marktomstandigheden akkoord gegaan met een negatief saldo. Een voorzichtige werkwijze is gezien het huidige risicoprofiel van het project De Volgerlanden en de financiële situatie van de gemeente nu zeer noodzakelijk.

De samenwerking met Hendrik-Ido-Ambacht kan worden voortgezet nu samenwerkings-overeenkomst tussen de gemeenten is gewijzigd en de grondexploitatie 2011 is vastgesteld. Samen zijn we het project De Volgerlanden begonnen. Ook onder minder goede marktomstandigheden vinden we dat Zwijndrecht een betrouwbare partner moet zijn, maar wel met in achtneming van de zwijndrechtse belangen.

Gerrit Jan Voerman

Motie De Volgerlanden

De gemeenteraad van Zwijndrecht, in vergadering bijeen op dinsdag 19 april 2011, heeft kennis genomen van de voorstellen van het college d.d. 8 februari 2011 betreffende

  1. de overeenkomst tot voortzetting van de samenwerking met de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht;
  2. de nadere afspraken van de Stuurgroep De Volgerlanden en
  3. de grondexploitatie van De Volgerlanden;

overweegt

  1. dat de financiële situatie van de gemeente Zwijndrecht bepaald niet florissant te noemen is, mede als gevolg van Rijksbezuinigingen;
  2. dat als gevolg daarvan ingrijpende bezuinigingsmaatregelen moeten worden getroffen, die ook merkbaar zullen zijn voor de inwoners van Zwijndrecht;
  3. dat ook de verbonden partijen en andere samenwerkingsverbanden, zoals het project De Volgerlanden, zoveel als redelijkerwijs mogelijk is moeten bijdragen aan het beheersen en reduceren van de kosten;
  4. dat het aan de Zwijndrechtse bevolking moeilijk uit te leggen is wanneer flink moet worden bijgedragen aan een project dat in zijn geheel wordt gerealiseerd in de buurgemeente Hendrik-Ido-Ambacht;

constateert

  1. dat volgens de oorspronkelijke samenwerkingsovereenkomst De Volgerlanden het exploitatieoverschot- of tekort voor gelijke delen voor rekening en risico komt van de gemeenten Zwijndrecht en Hendrik-Ido-Ambacht;
  2. in 2006 aan de Stuurgroep De Volgerlanden nadrukkelijk is opgedragen alles in het werk te stellen om het tekort op de vigerende grondexploitatie terug te brengen tot maximaal 5 miljoen euro;
  3. dat de Grex De Volgerlanden 2011 sluit op een tekort van 0,9 miljoen euro en dat de Stuurgroep afspraken heeft gemaakt inzake een strakke financiële sturing;
  4. dat besluiten in de Stuurgroep slechts bij unanimiteit kunnen worden genomen;

is van oordeel

  1. dat de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht weliswaar voor een bedrag van 10 miljoen euro aan investeringen in excessief bovenplanse projecten, toekomstige dotaties aan het fonds bovenwijkse voorzieningen van Hendrik-Ido-Ambacht en toekomstige dotaties aan het fonds kunstvoorzieningen bereid is over te hevelen naar de Algemene Dienst van deze gemeente, maar dat de in het verleden voor rekening van het project De Volgerlanden gedane investeringen voor bovengenoemde doeleinden nagenoeg uitsluitend de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht ten goede komen;
  2. dat ook overigens de revenuen van deze nieuwe wijk, zoals de inwonerbijdrage en de opbrengst van de lokale belastingen, ten goede komen aan de kas van onze buurgemeente;
  3. dat daarom voor de Stuurgroep De Volgerlanden het beheersen van de kosten en het optimaliseren van opbrengsten centraal dient te staan;
  4. dat een voldoende ofwel doelmatige kwaliteit goed genoeg is en dat eventueel gewenste extra kwaliteit voor rekening dient te komen van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht;

draagt het college en in het bijzonder de projectwethouder op

  1. samen met het college, respectievelijk de projectwethouder van Hendrik-Ido-Ambacht alles te doen wat redelijkerwijs mogelijk is om het exploitatieresultaat niet negatief te laten zijn;
  2. daartoe de onder ‘is van oordeel’ genoemde uitgangspunten 3 en 4 te hanteren;
  3. deze onder ‘is van oordeel’ genoemde uitgangspunten 3 en 4 op te nemen in de overeenkomst “Nadere Afspraken”
  4. de raad hierover regelmatig (eens per kwartaal) verslag uit te brengen om de raad zijn kaderstellende en controlerende rol adequaat te laten uitoefenen;

en gaat over tot de orde van de dag.

(terug naar overzicht artikelen)