Niemand buiten de boot
Steun voor motie behoud spoedeisende hulp >
Niemand zonder hulp!
Ongeveer tweeduizend jaar geleden was er in Jeruzalem een man al 38 jaar verlamd, zo lezen we in Johannes 5. Hij lag bij het bad Bethesda, waar genezing te vinden was. Deze verlamde lag er dicht bij, maar kreeg van niemand enige hulp. Op de vraag van Jezus waarom hij niet in het water kon komen, antwoordde die verlamde: “Ik heb geen mens”. Die geschiedenis plaats ons direct bij het probleem dat bij dit agendapunt centraal staat: de maatschappelijke ondersteuning.
Het is de visie van de fractie ChristenUnie-SGP dat er ten aanzien van de zorg een grote verantwoordelijkheid rust op de (christelijke) gemeente en elk individu. Niet iedereen kan nog voor zichzelf zorgen. De aandacht voor de zwakke medemens wordt in de Bijbel benadrukt. Dienstbaarheid dient het primaire motief voor participatie te zijn, als uiting van liefde tot God én tot de naaste. Als iemand geen hulp kan krijgen van zijn familie of vrienden, komen sociale instanties en welzijnsorganisaties in beeld. Kerken, buurthuizen en vrijwilligers spelen een belangrijke rol in het bieden van deze ondersteuning.
Dat nu wil de WMO bereiken en alleen al uit dat oogpunt waardeert onze fractie de wet, omdat die kansen biedt om de verantwoordelijkheid voor de ander breed te dragen. Als hulp ontoereikend blijkt, kan de burger zich wenden tot zijn gemeente, de bestuurslaag die het dichtst bij de burger staat. Die blijft verantwoordelijk voor het bieden van steun, zodat ieder in de samenleving kan participeren.
Onze samenleving wordt inmiddels een netwerkmaatschappij. Taken en posities van de overheid zijn anders dan vroeger: tal van maatschappelijke organisaties spelen hun rol mee. Ook in de zorg. Ze evolueren naarmate beleidsposities zich ontwikkelen. Formele bevoegdheden spelen vaak geen rol van betekenis meer. Het ontwikkelen van een goed netwerk is met name in de zorg uitermate belangrijk. Op zichzelf is dit een wonderlijke ontwikkeling: tegen de maatschappelijke trends van individualisering en de afname van het aantal vrijwilligers en mantelzorgers in, voeren we volgend jaar de WMO in. Enkele zaken blijven voor ons nog onduidelijk. Bijvoorbeeld: zijn vrijwilligers, die mantelzorg geven, verplicht om te solliciteren?
Onlangs is in de Tweede Kamer een SGP-motie aangenomen waardoor mantelzorgers in aanmerking komen voor een financiële bijdrage. Naast de financiën is begeleiding van eminent belang. En worden de werkers in het veld wel voldoende gewaardeerd? Betere arbeidsomstandigheden voor mantelzorgers zullen ook het ziekteverzuim doen afnemen.
Onze fractie eist dat de hulpverlening minstens op het huidige niveau gehandhaafd zal blijven. Verder vinden wij het van belang dat gemeenten kritisch gevolgd worden hoe ze hun compensatieplicht uitvoeren. Wij verlangen een snelle afhandeling van aanvragen. Daarnaast: naar ons idee moet de instantie die de aanvraag behandelt apart staan van de uitvoering en controle. Hier is de één loketgedachte niet gewenst.
De visie van de CU-SGP is dat elk mens vrij moet zijn in het kiezen van zorgverlening. Vanzelfsprekend zullen identiteitsgebonden zorginstellingen ook adequaat op de nieuwe ontwikkelingen moeten inspelen. In ons verkiezingprogramma leggen wij de nadruk op de keuzevrijheid voor identiteitsgebonden hulp. Dan is het vanzelfsprekend dat daarbij de diaconieën betrokken moeten worden.
De ChristenUnie-SGP wil nadrukkelijk op het volgende wijzen: binnen de zorg bestaan veel regels voor de instellingen en het personeel, soms ook voor vrijwilligers. Die regels zijn niet altijd eenduidig. Het is broodnodig dat er goede afspraken komen over aspecten als een redelijke vergoeding, de arboregels, deskundigheidsbevordering en een adequate begeleiding van vrijwilligers. Misschien is een speciaal convenant nodig, of een collectief vrijwilligerscontract. Iets dergelijks verwachten wij eveneens voor stagiairs.
Ter afronding: de raad is in een vroeg stadium betrokken bij de ontwikkelingen. Het is een ingrijpend proces geweest, maar de WMO biedt ons kansen én lasten. Terugziend willen wij onze waardering uitspreken voor alle ambtenaren en anderen die betrokken waren bij de voorbereiding. Door tijdig in gesprek te gaan met de genoemde instanties kan de invoering soepel verlopen.
Voorzitter, de fractie van de ChristenUnie-SGP oordeelt positief over de voorstellen. Wij stemmen in met de vier genoemde punten en heel belangstellend uit naar de plaatselijke ontwikkelingen. Wij vinden dat niemand straks zal moeten zeggen: “Ik heb geen mens”.
Marius Schenkel
(terrug naar overzicht artikelen)
Electronisch kinddossier
Burgemeester en wethouders beantwoorden vragen van René van den Berg over het Elektronisch Kind Dossier
De brief aan Burgemeester en Wethouders
Geacht college,
Namens de fractie van de ChristenUnie-SGP zou ik u een vraag willen stellen. Die betreft het zogenaamde EKD (Elektronisch Kind Dossier).
De opzet van dit dossier is het koppelen van informatie over kinderen in een dossier, zodat hulpverleners niet langs elkaar heen kunnen werken. Dit gebeurt soms helaas, zoals blijkt uit de vreselijke geschiedenis van het zogenaamde “Maasmeisje”, dat op gruwelijke wijze, door moord, om het leven is gekomen. Goedwillende hulpverleners faalden bij de begeleiding als gevolg van het “langs elkaar heen werken” en het ontbreken van een adequaat systeem waarin informatie te verkrijgen zou zijn.
Volgens minister Rouvoet hebben professionals geen behoefte aan een breed dossier; zij zien meer in een mondelinge uitwisseling van gegevens, aangezien digitale informatie tot geheel verkeerde interpretatie kan leiden. Anderen, bijvoorbeeld de Rotterdamse wethouder Geluk pleiten daar wél voor, met de achterliggende gedachte dat zo minder kinderen tussen wal en schip zullen verdwijnen. De artsen, verpleegkundigen en anderen bij zorg- of hulpverlening kunnen de psychologische en sociale ontwikkeling van elk kind in de observeren.
Onze vraag is deze: kan het college de gemeenteraad informeren over de wijze waarop in Zwijndrecht en in Drechtstedenverband tegen dit vraagstuk wordt aangekeken? Wat zijn de mogelijkheden voor het Bureau Jeugdzorg, maatschappelijk werkers, leerplichtambtenaren, politie en justitie bij de registratie en inzage van gegevens over kinderen en hun school- en thuissituatie? Wat is de praktijk momenteel?
Wij zien met grote belangstelling naar uw beantwoording uit.
Met vriendelijke groet, René van den Berg
Het antwoord van het college van Burgemeester en Wethouders
(28 april 2009)
Aan de leden van de raad,
Wij kregen op 23 februari 2009 de volgende schriftelijke raadsvragen van de CU/SGP fractie.
Kan het college de gemeenteraad informeren over de wijze waarop in Zwijndrecht en in Drechtstedenverband tegen dit vraagstuk wordt aangekeken?
Wat zijn de mogelijkheden voor het Bureau Jeugdzorg, maatschappelijk werkers, leerplichtambtenaren, politie en justitie bij de registratie en inzage van gegevens over kinderen en hun school- en thuissituatie? Wat is de praktijk momenteel?
Wij kunnen u het volgende mededelen:
Vanuit de Wet Publieke Gezondheid is er voor de gemeenten een wettelijke verplichting tot digitalisering van medische gegevens in de jeugdgezondheidszorg. Dit digitale dossier staat alleen ter beschikking van de instellingen binnen de jeugdgezondheidszorg. Het EKD wisselt inhoudelijke dossiers uit (in tegenstelling tot Zorg voor jeugd), maar deze informatie blijft binnen het medisch domein.De invoering binnen de regio Zuid-Holland Zuid was gepland voor begin 2010.
In het regionaal portefeuillehouderoverleg Volksgezondheid van 16 april jl. is besloten de invoering op te schorten, onder andere in verband met een nog niet sluitende begroting voor de invoeringskosten en onzekerheden over de uitvoerende partijen in verband met het veranderde takenpakket van Opmaat (aanbieder van jeugdgezondheidszorg 0 – 4 jaar binnen regio Dordrecht, Zwijndrecht en Hendrik-Ido-Ambacht) per 1 januari 2010.
Zorg voor Jeugd
Vorig jaar heeft u ingestemd met deelname aan het digitale signaleringssysteem Zorg voor Jeugd. Dit systeem wordt momenteel uitgerold over de regio Zuid-Holland Zuid en zal rond 1 juni as. regionaal de lucht in gaan. Zorg voor Jeugd is een instrument dat gerichte ondersteuning biedt om de coördinatie van zorg te versterken. Met het systeem worden problemen bij kinderen en jongeren in de leeftijd van 0 – 23 jaar in een vroegtijdig stadium gesignaleerd, waarna de coördinatie van zorg wordt georganiseerd en hulp op elkaar wordt afgestemd. De signalering vindt plaats door het uitwisselen van NAW gegevens. Het Zorg voor Jeugd systeem wisselt geen medische gegevens en/of inhoudelijke dossiers uit. Signalering vindt plaats door middel van matchen van NAW gegevens. Zorg voor Jeugd kan probleemloos worden gekoppeld aan de Landelijke Verwijsindex Risicojongeren (VIR), zodat straks ook signalen over gemeente- en regiogrenzen heen worden uitgewisseld.
Verschil tussen EKD en Zorg voor Jeugd
Zorg voor Jeugd richt zich uitsluitend op signalering, bevat geen inhoudelijke informatie en de meldingen mogen beperkt worden bewaard. Het digitaal dossier EKD is er voor alle kinderen, is inhoudelijk van aard en wordt voor lange tijd bewaard.
ZAT Zwijndrechtse Waard
Op 1 februari j.l. is het buitenschools Zorg Advies Team (ZAT) Zwijndrechtse Waard van start gegaan Wij hebben u middels een raadsbrief (besluit 2009-6988) hierover geïnformeerd. Het ZAT Zwijndrechtse Waard is het vangnet voor kinderen waarover ernstige zorgen bestaan. Voor deze zorgen schieten de mogelijkheden van de primaire leefverbanden ieder afzonderlijk te kort. Daarom zitten uit verschillende organisaties en disciplines deskundigen bij elkaar in dit team. Het is een multidisciplinair team, waarin instellingen die zorg en ondersteuning bieden aan jeugdigen en hun ouders, aansluiten bij de zorg die door scholen wordt geboden. In het ZAT wordt de beschikbare expertise van de betrokken organisaties sneller en eenvoudiger toegankelijk voor de bestaande zorgstructuren. Onder leiding van de coördinator, de Rinus Witvoet, heeft inmiddels het eerste ZAT overleg plaatsgevonden.
Tussen Wal en Schip?
Uit recent onderzoek (onderzoek naar “Zorgnetwerken rondom de jeugd tot 23 jaar”) blijkt, dat de zorgnetwerkstructuur afdoende (gesloten) is. Naast de signalering van de zorgnetwerken Jeugdpreventieteam (JPT) en Zorg Advies Team Zwijndrechtse Waard, kunnen inwoners en het maatschappelijk middenveld van Zwijndrecht terecht bij meldpunt Zorg en Overlast (van het zorgnetwerk Lokaal Zorgnetwerk). U wordt binnenkort over het onderzoek via een raadsbrief nader geïnformeerd.
Alles komt samen in het CJG
Bij de gemeenten ligt de verplichting om zorg te dragen voor het organiseren van een sluitende jeugdketen, waarbij duidelijke afspraken zijn gemaakt over signalering en zorgcoördinatie. Deze sluitende jeugdketen komt bij elkaar in een Centrum (Cirkels) voor Jeugd en Gezin. Binnen het CJG speelt informatie-uitwisseling een grote rol. De digitale dossiers Jeugdgezondheid (het EKD) en de lokale signaleringssysteem Zorg voor Jeugd resp. de landelijke Verwijsindex Risicojongeren (VIR) vormen belangrijke instrumenten om het kind te kunnen volgen in de jeugdketen. In samenhang met elkaar creëren CJG, Digitaal dossier JGZ en Zorg voor Jeugd resp. VIR een infrastructuur voor lokaal jeugdbeleid dat signalering van risico's, zorgcoördinatie en zorgverlening en monitoring van zorg mogelijk maakt. In de paraplunota jeugd en de implementatienota CJG die wij u in de loop van dit jaar zullen aanbieden wordt e.e.a. verder uitgewerkt.
Verbinding naar de Veiligheidsketen
De verbinding met de veiligheidsketen wordt vormgegeven via het zgn. Veiligheidshuis. In de perspectiefnota doen wij daaromtrent een voorstel. In het Veiligheidshuis werken instanties als het Openbaar Ministerie, de Raad voor de Kinderbescherming, politie, reclassering, Bureau Jeugdzorg en de leerplichtambtenaar samen om er voor te zorgen dat jongeren die zich hebben misdragen niet in herhaling vallen. Vaak is bij deze jongeren ook sprake van problemen in het gezin. Omdat het CJG primair gericht is op preventie voor alle jeugdigen en laagdrempeligheid daarbij voorop staat, ligt het niet voor de hand om het Veiligheidshuis onderdeel te laten zijn van het CJG. Samenwerking tussen het CJG en (de partners van) de veiligheidsketen is echter van essentieel belang voor een goede aansluiting tussen de strafrechtelijke aanpak van jongeren en de achterliggende gezinsproblematiek. Het Veiligheidshuis volgt de ontwikkeling van de CJG dan ook op de voet. Belangrijk is de koppeling tussen de bestaande lokale zorgnetwerken, de CJG en het Veiligheidshuis, zodat de aanpak sluitend is en niet strijdig is met elkaar. Wij menen de koppeling met de bestaande lokale zorgnetwerken voldoende geborgd te hebben via de coördinator ZAT.
Hoogachtend, De secretaris, De burgemeester,
(terrug naar overzicht artikelen)
Drechtwerk
30 juni 2010
Het laatste jaar heeft de gemeenteraad diverse keren met grote zorg gesproken over Drechtwerk. Drechtwerk verzorgt voor een aantal gemeenten, waaronder Zwijndrecht, de sociale werkvoorziening.
De ChristenUnie-SGP heeft vraagtekens gezet bij de bedrijfsvoering van Drechtwerk. De gemeenteraad werd bij herhaling op de hoogte gesteld van het feit dat financiële tekorten hoger waren dan vooraf geraamd. Wil de gemeente even bijpassen? Verschillende directeuren die orde op zaken moesten stellen, ruimden na korte tijd al weer het veld. Hierdoor is veel onrust onder het personeel ontstaan. Dit alles heeft er voor gezorgd dat de gemeenteraad een initiatiefvoorstel aannam waarin werd gevraagd onderzoek te doen naar de ontwikkelingsmogelijkheden van Drechtwerk. Samen met de collega’s van de PvdA hebben we de opdracht geformuleerd om uit te zoeken: “Wat zijn de mogelijkheden om uit te treden en wat kost ons dat”.
De raad heeft een begeleidingscommissie ingesteld waarvan ondergetekende deel uit maakte. Een adviesbureau heeft de vraag tot op het bot uitgezocht. In het kort komt het hier op neer dat uittreden veel te duur is. Je moet je zelf als gemeente eigenlijk uitkopen en dat betekent dat er betaald wordt voor de organisatie die achter blijft. Het adviesbureau heeft ook de vraag beantwoord wat gaan wij doen met die inwoners van Zwijndrecht die werken binnen Drechtwerk. We hebben de verplichting om mensen met een WSW-indicatie aan het werk te helpen. We zouden ook niet anders willen! Bij uittreden moet voor hen bij Drechtwerk of elders zorg worden ingekocht. Deze argumenten leiden tot de conclusie: blijf binnen Drechtwerk.
In de gemeenteraad is vervolgens gesproken over de nieuwe bestuursstructuur van Drechtwerk. Het laatste voorstel is om Drechtwerk onder te brengen in een BV of NV. Het grote voordeel is dat wij als gemeente aandeelhouder worden en zo kunnen zorgen voor een goede bedrijfsvoering. Het omzetten van een gemeenschappelijke regeling naar een BV/NV structuur vraagt veel studie. Besluitvorming zal pas gebeuren nadat alles zorgvuldig is voorbereid. De Sociale Dienst Drechtsteden wordt vervolgens verantwoordelijk voor het verlenen van een goede zorg. Zo zijn de kwaliteit van de zorg en een goede bedrijfsvoering voldoende verzekerd.
In een notendop is dit wat er speelde rondom Drechtwerk. Heeft u vragen neemt u te allen tijden contact op met Marius Schenkel (m.schenkel@zwijndrecht.christenunie-sgp.nl).
Marius Schenkel.
(terrug naar overzicht artikelen)
Combinatiefuncties
Een van de onderwerpen die in de gemeenteraad recent tamelijk wat vragen en discussies opleverde, is het Projectplan Combinatiefuncties in Zwijndrecht geweest. Het behelst met name het invoeren van een nieuwe regeling voor brede scholen, sport en cultuur. Vanuit een aantal gezichtspunten bezien (de mogelijkheid voor ontspanning, een gezonde levensstijl, de naschoolse opvang, overgewicht bij jongeren en het stimuleren van sportclubs) biedt het plan veel goeds. Het is een goede zaak als het Rijk subsidies verstrekt voor dit project. Die moeten we met beide handen aangrijpen.
4 april 2012
Maar aan welke criteria moet voldaan worden? In eerste instantie vond onze fractie het stuk niet helder. Hoe gaat dit werk in de praktijk functioneren? Er kunnen situaties ontstaan die wij nog niet kunnen overzien. Er moeten duidelijke kaders zijn, maar de ChristenUnie-SGP was van mening dat die grotendeels ontbraken. Wat moeten wij bijvoorbeeld met de inbreng van partners als woningcorporaties. Treden er niet teveel belanghebbenden en participanten op?
Wij vroegen ons af bij wie de coaches, die zich gaan bezig houden met sport en spel, in dienst zullen zijn. Wie is hun werkgever? De aansturing vonden we onduidelijk. Dat mag in de optiek van onze fractie niet de gemeente zijn! De samenwerking tussen coach, verenigingen en scholen kan stuk lopen; wie draait dan voor de problemen op? Verwarrend vonden wij ook de mogelijkheid dat de coaches zich mogen richten op ouderen, volwassenen. Hoe verhoudt zich dat tot de invoering voor de brede school? Daarnaast mogen scholen zelf gaan bepalen op welke thema’s zij extra inzetten. Maar wie beslist dat? Het bestuur, het personeel, ouders?
Enkele fracties, waaronder de onze, vroegen zich openlijk af of dit plan een verkapte subsidie in gaat houden voor een beperkt aantal verenigingen. Dat blijkt niet het geval te zijn, en alle verenigingen die alsnog willen aanhaken, krijgen daartoe de gelegenheid.
Nadat onze vragen tot tevredenheid zijn beantwoord en de wethouder een afdoende antwoord gaf op de punten waarbij wij vraagtekens hadden, is ook de fractie van de CU-SGP met het voorstel akkoord gegaan.
C.R. van den Berg
(terug naar overzicht artikelen)
Steun voor motie behoud spoedeisende hulp
Op 29 januari 2013 steunden de meeste fracties van de zwijndrechtse gemeenteraad een motie ingediend door de fractie van Groen Links over het behoud van spoedeisende hulp van het Albert Schweitzer Ziekenhuis buiten de kantooruren. Zo ook de ChristenUnie-SGP.
Reden voor onze fractie om deze motie te steunen is dat ook wij het voorzieningenniveau van de gezondheidszorg terug zien lopen. Juist in spoedeisende gevallen moet die zorg goed bereikbaar zijn. In een stedelijk gebied met 70.000 inwoners moet dit toch beter te organiseren zijn? Eerder heeft onze fractie zich ook kritisch getoond over de sluiting van de huisartsenpost.
Nu is de rol van de gemeenteraad in deze zaak vrij beperkt. Toch menen de bezorgdheid van onze inwoners op deze wijze te moeten verwoorden. Wij stellen ons voor dat, als besluiten echt niet ingetrokken kunnen worden, tenminste duidelijk wordt gemaakt hoe zorg in spoedeisende gevallen het best bereikbaar is.
Tekst motie
Overwegende dat,
- per 1 januari van dit jaar de huisartsenpost in Zwijndrecht is gesloten
- er tevens geen bevallingen in Zwijndrecht in het ziekenhuis mogelijk meer uitgevoerd worden
- er bij het Albert Schweitzer Ziekenhuis het voornemen is de spoedeisende hulp buiten kantooruren uit Zwijndrecht weg te halen
- dit niet in een vroegtijdig stadium is gecommuniceerd met het college van Zwijndrecht
Constaterende dat,
- dit een verslechtering is van het dienstverlening aan de inwoners van Hendrik Ido Ambacht en Zwijndrecht
- het hoofdmotief is bezuinigen en effectiever werken
- er ‘s nachts geen taxi’s meer rijden in Zwijndrecht
- dit bij inwoners een gevoel van onveiligheid oproept als ze niet meer dag en nacht op de eerste hulp terecht kunnen in Zwijndrecht
- dit besluit niet in lijn is met het kabinetsbeleid om zorg zo dicht mogelijk bij huis te organiseren (Vivera, waarbij de hulp zo dichtbij mogelijk wordt georganiseerd)
- er zorg is over de te verwachten wachttijden
- het besluit tot opheffing zeer onwenselijk is voor onze inwoners, omdat ze verder moeten reizen
Roept het college op,
- het Albert Schweitzer Ziekenhuis dringend te verzoeken om hun besluit in te trekken
- contact op te nemen met het college van buurgemeente Hendrik Ido Ambacht om gezamenlijk dat overleg aan te gaan.